Oplossing voor injectie.

Per ml:

Werkzaam bestanddeel:

Paardenimmunoglobuline-concentraat: ≥ 1160 IE* tetanus antitoxine

* IE = Internationale Eenheden zoals bepaald in de toxine bindingsinhibitie (ToBI) test

Hulpstof:

Fenol: 3,7-5,0 mg

Voor passieve immunisatie tegen en de behandeling van tetanus.

Paard, rund, schaap, varken, hond.

Voor de passieve immunisatie van paarden, runderen, schapen, varkens en honden tegen tetanus.

Voor de behandeling van tetanus in paarden, runderen en honden.

Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of (één van) de hulpstoffen.

In zeer zeldzame gevallen kunnen overgevoeligheidsreacties en zwelling van de injectieplaats voorkomen. Deze frequentie is gebaseerd op spontane meldingen.

De frequentie van bijwerkingen wordt als volgt gedefinieerd:

- Zeer vaak (meer dan 1 op de 10 behandelde dieren vertonen bijwerking(en))

- Vaak (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 100 behandelde dieren)

- Soms (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 1.000 behandelde dieren)

- Zelden (meer dan 1 maar minder dan 10 van de 10.000 behandelde dieren)

- Zeer zelden (minder dan 1 van de 10.000 behandelde dieren, inclusief geïsoleerde rapporten)

Toediening via epidurale, intraveneuze, intramusculaire of subcutane injectie. 

Preventief bij gezonde dieren (niet-lijdende aan tetanus):

Intramusculair of subcutaan:

Paard: 7,5 ml.

Veulen (tot 100 kg): 3,0 ml.

Rund: 7,5 ml.

Kalf (tot 100 kg): 3,0 ml.

Varken: 1,5-3,0 ml.

Schaap: 3,0 ml.

Hond: 0,5-1,0 ml.

Preventief bij gewonde dieren (niet-lijdende aan tetanus):

Intramusculair of subcutaan:

Paard: 15 ml.

Veulen (tot 100 kg): 6,0 ml.

Rund: 15 ml.

Kalf (tot 100 kg): 6,0 ml.

Varken: 3,0-6,0 ml.

Schaap: 6,0 ml.

Hond: 1,0-2,0 ml.

Therapeutisch bij zieke dieren (lijdende aan tetanus):

Epiduraal, intraveneus, intramusculair of subcutaan:

Paard: 30 ml epiduraal of IV + 15 ml IM of SC

Rund: 30 ml epiduraal of IV + 15 ml IM of SC

Hond: 3,0-5,0 ml IM of IV 

Preventieve behandeling bestaat uit een eenmalige toediening.

Therapeutische behandeling bestaat uit een dagelijkse behandeling totdat herstel optreedt, met een maximale behandelingsduur van 2 weken.

Paard, rund, schaap, varken: nul dagen.

Speciale voorzorgsmaatregelen te nemen door de persoon die het diergeneesmiddel aan de dieren toedient:
Voorzichtigheid is geboden om accidentele zelfinjectie te vermijden.

Dracht en lactatie:

De veiligheid van het diergeneesmiddel is niet bewezen tijdens dracht en lactatie.

Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota):

Bij overdosering zijn geen andere bijwerkingen bekend dan die genoemd onder Bijwerkingen.

Onverenigbaarheden:

Aangezien er geen onderzoek is verricht naar de verenigbaarheid mag het diergeneesmiddel niet met andere diergeneesmiddelen worden gemengd.

Bewaren in een koelkast (2 °C - 8 °C). Beschermen tegen licht.

Houdbaarheid van het diergeneesmiddel in de verkoopverpakking: 4 jaar.

Houdbaarheid na eerste opening van de primaire verpakking: direct gebruiken, niet bewaren.

Glazen injectieflacon (Type I, Ph. Eur.), afgesloten met een rubber stop en een metalen felscapsule à 50 ml.